Hieronder vind je praktische antwoorden op de 7 meest gestelde vragen over de transitievergoeding.
1. Moet bij deeltijdontslag de transitievergoeding afgerekend worden?
Ja, in de wet staat dat wanneer een dienstverband 24 maanden of langer heeft geduurd en op initiatief van de werkgever wordt beëindigd (of niet wordt voortgezet), de werknemer recht heeft op een transitievergoeding.
2. Hoe bereken je de transitievergoeding bij een wisselende arbeidsomvang?
Het bruto maandsalaris en de duur van het dienstverband vormen de basis voor het berekenen van de transitievergoeding.
3. Is een transitievergoeding verschuldigd bij ontslag op staande voet?
In de praktijk heeft een werknemer in de meeste gevallen geen recht op een transitievergoeding bij een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Maar in een enkele uitzonderingssituatie is dit wel mogelijk.
4. Mag je schriftelijk overeenkomen dat je geen transitievergoeding betaalt?
Jazeker, werkgever en werknemer mogen schriftelijk overeenkomen dat er geen transitievergoeding wordt betaald. De transitievergoeding hoeft dan niet te worden betaald. In alle gevallen waarbij je het ontslag in onderling overleg met de werknemer regelt, is er geen verplichting tot het betalen van een transitievergoeding of enige andere vergoeding.
5. Hoe bereken je de transitievergoeding als het dienstverband korter duurt dan één maand?
Het komt voor dat werknemers minder dan een maand in dienst zijn, bijvoorbeeld als ze in de proeftijd ontslagen worden. Voor de berekening van de transitievergoeding moet je dan allereerst bekijken hoeveel loon (inclusief vaste en variabele looncomponenten) de werknemer verdiend heeft over de hele duur van het dienstverband. Dit is neergelegd in artikel 4 van het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding.
Voorbeeld
Een werknemer heeft 12 dagen gewerkt en over die periode € 1.400,- bruto aan loon (inclusief vakantietoeslag) verdiend. Voor de berekening van de transitievergoeding mag de werkgever dan het verdiende loon gebruiken als het ‘fictief maandloon’. De verschuldigde transitievergoeding is dan 1/3 x 1/12 x € 1.400,00 = € 38,88 bruto.
6. We hebben een aanbod gedaan om het arbeidscontract te verlengen, maar de werknemer wijst dit af. Zijn we nu een transitievergoeding verschuldigd?
De werkgever is geen transitievergoeding verschuldigd als de werknemer een redelijk aanbod tot verlenging afwijst. Wat een redelijk aanbod is, hangt af van de omstandigheden. Een redelijk aanbod tot verlenging is volgens toelichting op de wetgeving en rechtspraak in ieder geval een ‘gelijkwaardig of beter aanbod’.
7. Welke kosten mag je in mindering brengen op de transitievergoeding?
De mogelijkheid om kosten in mindering te brengen op de transitievergoeding is sinds 1 januari 2020 verruimd. Sindsdien mogen ook de kosten die de werkgever ter bevordering van kennis en vaardigheden voor een andere functie binnen de eigen organisatie heeft gemaakt, mogen worden afgetrokken. Het gaat om transitie- en inzetbaarheidskosten.
Overweeg je het contract met een werknemer te beëindigen en heb je hier vragen over? Met alle kennis die we in huis hebben, kunnen we jou als werkgever optimaal ondersteunen. Juist bij een complex proces zoals een ontslag is het prettig dat iemand overzicht houdt. Neem contact met ons op voor meer informatie.