Minimumloon en minimumvakantiebijslag: wat houdt dat in?
– Minimumuurloon
– Afwijkende CAO’s
– Gelijke behandeling
– Voor wie geldt het minimumloon?
– WML geldt niet voor 13- en 14-jarigen
– WML geldt ook voor overwerk (meerwerk)
– WML geldt ook voor stukloon
– Hoogte van het minimumloon
- Alle werknemers hebben recht op het wettelijk minimumloon. Dit is het loon dat werkgevers minimaal moeten betalen aan diegenen die op basis van een arbeidsovereenkomst voor hen werken. Het doel van de WML is werknemers te beschermen tegen onderbetaling en uitbuiting.
- Op 1 januari 2024 is de manier waarop het minimumloon wordt vastgesteld, gewijzigd. Waar het minimumloon tot 1 januari 2024 per maand werd bepaald, wordt het minimumloon sinds 1 januari 2024 per uur bepaald.
- In de WML is ook geregeld dat werknemers recht hebben op vakantiebijslag (ook wel vakantiegeld genoemd). Werkgevers moeten dat jaarlijks, uiterlijk in juni, betalen. Meestal krijgen werknemers het vakantiegeld in mei betaald. Je mag ook met elkaar afspreken dat je het vakantiegeld maandelijks aan de werknemer betaalt.
- Het minimumloon geldt voor werknemers van 21 jaar en ouder. Voor jongeren tot 21 jaar is er het minimumjeugdloon. Dit is per leeftijdscategorie steeds een percentage van het ‘normale’ minimumloon.
- Onderbetaling is verboden. Je kunt als werkgever hoge boetes krijgen als je je niet aan de regels houdt. Naast een boete kan de Nederlandse Arbeidsinspectie ook een ‘last onder dwangsom’ opleggen. Dat betekent dat de werkgever de opdracht krijgt om zich aan de wet te houden. Doet hij dat niet, dan moet hij de opgelegde dwangsom betalen.
Minimumuurloon
De hoofdregel is dat een werkgever en een werknemer vrij zijn om de hoogte van het loon te bepalen. Maar op deze hoofdregel bestaat een aantal uitzonderingen. De belangrijkste uitzondering is te vinden in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (de WML): het overeengekomen loon mag niet lager zijn dan het minimumloon of het minimumjeugdloon.
Cao
Sommige cao’s wijken af van de WML. Dat kan alleen in positieve zin, dus als het minimum caoloon hoger is dan het wettelijk minimumloon. Als in een toepasselijke cao positief is afgeweken van de WML, dan moeten de werkgevers die onder die cao vallen, zich aan die hogere minimumsalarissen houden.
Gelijke behandeling
Werkgevers moeten bij het bepalen van het loon van een werknemer niet alleen rekening houden met de regels die in de WML staan. Naast de cao waarin afwijkingen kunnen staan, moeten zij ook rekening houden met andere wetgeving, bijvoorbeeld met wetgeving in het kader van gelijke behandeling. Daarin staat onder meer dat je gelijk werk gelijk moet belonen en ongelijk werk moet je, naar mate van die ongelijkheid, ongelijk belonen. De Algemene wet gelijke behandeling verbiedt het maken van onderscheid op grond van sekse, herkomst of religie, maar ook op grond van het werken in deeltijd of voltijds, op grond van een handicap of chronische ziekte en op grond van het hebben van een vast of tijdelijk contract. Dat geldt ook voor het maken van onderscheid in beloning van werknemers.
Voor wie geldt het minimumloon?
- Werknemers van 21 jaar en ouder
De WML is van toepassing op alle werknemers die op basis van een arbeidsovereenkomst werken en geeft werknemers van 21 jaar en ouder recht op een minimale beloning voor het werk dat zij in dienstbetrekking uitvoeren (art. 7 WML). - Werknemers vanaf 15 jaar
Voor werknemers vanaf 15 jaar die jonger zijn dan 21 jaar geldt het minimumjeugdloon; per leeftijdsgroep is dit steeds een percentage van het minimumloon. - Aow- en pensioengerechtigde werknemers
De WML is ook van toepassing op werknemers die de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Tot 1 juli 2015 was dat niet het geval. Daarin is vooral verandering gekomen om te voorkomen dat oneerlijke concurrentie ontstaat tussen jongere en oudere werknemers. - Mensen die werken op grond van een opdrachtovereenkomst
Ook mensen die werken op basis van een overeenkomst van opdracht, bijvoorbeeld postbezorgers en mensen met een aanneem- , uitgeef- of vervoersovereenkomst, vallen onder de WML. Dat geldt overigens niet voor gastouders die in hun eigen huis kinderen opvangen. - Buitenlanders met een Nederlandse werkgever
Het minimumloon geldt uiteraard ook voor buitenlanders die in Nederland werken, maar ook voor werknemers die in het buitenland wonen en een Nederlandse werkgever hebben. - Ambtenaren
De WML geldt sinds 1 januari 2020 ook voor ambtenaren.
WML geldt niet voor 13- en 14-jarigen
Het minimumjeugdloon geldt vanaf 15 jaar. Voor werkende 13- en 14-jarigen is geen wettelijk minimumloon vastgesteld. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 10 november 2006 geoordeeld dat dit onderscheid gerechtvaardigd is, omdat 13- en 14-jarigen vooral bezig moeten zijn met hun schoolprestaties en andere activiteiten en werken van ondergeschikt belang moet zijn.
WML geldt ook voor overwerk (meerwerk)
Ook overwerk (meerwerk) valt onder de WML. Als een werknemer meer uren werkt dan is overeengekomen, dan is krachtens de WML sprake van ‘meerwerk’, ook wel ‘overwerk’ genoemd. In de WML is opgenomen dat een werknemer over alle uren die hij werkt – contracturen én meeruren (overuren) – minimaal het geldende minimumuurloon en de minimumvakantiebijslag moet verdienen.
Overwerk verdisconteerd in het salaris
Werkgevers spreken soms met hun werknemers af dat eventueel overwerk is verdisconteerd in het salaris. Extra uren krijgt een werknemer dan dus niet uitbetaald. Dat kan en mag, maar niet als de werknemer het minimumloon (of iets meer dan dat) verdient, en door de gewerkte overwerkuren gemiddeld per uur minder dan het wettelijk minimumuur loon plus vakantiebijslag betaald krijgt. Dat is wel iets om in de gaten te houden.
Tijd-voor-tijd
Werkgevers spreken soms met hun werknemers af dat zij eventuele uren die zij overwerken vergoeden in tijd. Dus als een werknemer 5 uur overwerkt, dan bouwt hij daarmee 5 vrije uren op. Ook dat kan en mag, maar ook hierbij moet je goed opletten dat een werknemer daardoor gemiddeld per uur niet minder verdient dan het minimumuurloon plus vakantiegeld. In twee gevallen mag je overwerk toch met vrije tijd compenseren:
- Overwerk mag je wel in tijd compenseren als dat gebeurt binnen één betaalperiode. Dus als de werknemer 40 uur werkt en in de eerste 2 weken van de betaalperiode 20 uur heeft overgewerkt, dan mag je die 20 overuren wel in de derde en vierde week van de betaalperiode in tijd compenseren, bijvoorbeeld doordat de werknemer in de laatste week maar 20 uur werkt.
- Als in de toepasselijke cao een tijd-voor-tijdmogelijkheid staat, dan mag je een schriftelijke tijd-voor-tijdafspraak met de werknemer maken. De te compenseren uren moet de werknemer dan wel uiterlijk 1 juli van het opvolgende jaar opnemen, anders moet je ze alsnog uitbetalen.
WML geldt ook voor stukloon
Stukloon is loon dat je per stuk afgeleverd werk betaalt. Werkgever en werknemer komen samen overeen hoeveel loon een werknemer per stuk afgeleverd werk betaald krijgt. Een werkgever betaalt bijvoorbeeld per afgeleverd poststuk, per gepelde mand bollen of per geplaatste tussenwand.
Ook werknemers die op basis van stukloon werken, moeten voor ieder gewerkt uur minstens het minimum(jeugd)uurloon vermeerderd met de minimumvakantiebijslag verdienen. Dat betekent dat je moet bijhouden hoelang een werknemer heeft gewerkt en hoeveel stukloon hij in die tijd heeft ontvangen.
Stukloonnorm
Wat ook kan is dat je het loon per gewerkt uur bij stukloon vaststelt met een zogenoemde stukloonnorm, ook wel prestatienorm genoemd. Dit is een algemene norm die je voor specifieke werkzaamheden in een bedrijfstak kan vaststellen. Uitgangspunt bij het vaststellen van een stukloonnorm is dat de werknemer minstens het minimumuurloon moet kunnen verdienen in ‘de tijd die redelijkerwijs nodig is om de arbeid te verrichten’.
Het vaststellen van een stukloonnorm doet de minister van SZW op verzoek van de Stichting van de Arbeid. Een van de voorwaarden hierbij is wel dat werkgeversorganisatie(s) en werknemersorganisatie(s) in die bedrijfstak het eens zijn over de stukloonnorm. Als dat niet lukt, of als er geen (geschikte) werknemersorganisatie beschikbaar is, dan kunnen werkgeversorganisatie(s) ook zelf een stukloonnorm voorstellen aan de Stichting van de Arbeid. Daar moet dan wel een deskundige bemoeienis mee hebben gehad.
Hoogte van het minimumloon
In beginsel wordt de hoogte van het minimumloon elk jaar op 1 januari en 1 juli van elk jaar aangepast aan het algemene loonniveau. Vanaf 1 januari 2024 geldt een uniform minimumuurloon. Dat betekent dat er geen wettelijk voorgeschreven minimum dag-, week- en maandlonen meer zijn, zoals dat tot 1 januari 2024 het geval was. Daarvoor in de plaats is één uniform minimumuurloon gekomen, waar alle werknemers in Nederland recht op hebben. Het maandloon van een minimumloonverdiener bepaal je door het feitelijke aantal uren dat is gewerkt te vermenigvuldigen met het minimumuurloon.
Vanaf 1 juli 2024 is dit € € 13,68 bruto per uur (dit was per 1 januari 2024 is € 13,27 bruto per uur).